SCHILDERTECHNIEKEN
Er zijn diverse schildertechnieken met verschillende materialen.
Op deze pagina zal ik er een aantal aan U tonen, met een verkorte uitleg van de materialen die nodig zijn.
Mijn cursisten vertel ik altijd als we met deze cursus beginnen, dat ze zelf kunnen bepalen wat zij prettig vinden om mee te werken en wat voor hun betaalbaar is.
Dat is voor iedereen een andere beslissing.
Elk patroon van elk boek of blad kan ingevuld worden met de schildertechniek die jezelf prettig vindt om te doen..
Alleen hoe het eruit komt te zien, is dan anders dan het kleurenvoorbeeld aangeeft.
PERGA COLORS
Perga Colors zijn Pergamano viltstiften in een doos van 20 stuks in verschillende kleuren. Op elke stift staat een nummer wat U in de werkbeschrijvingen en patronen terug kunt vinden. Met de stiften kan het werkstuk ingekleurd worden aan de achterkant voor een zacht effect, en aan de voorkant voor een feller effect. Ook kan er met een natte penseel kleur afgehaald worden om vervolgens het werkstuk mee in te kleuren. Er kan diverse keren over elkaar heen geschilderd worden, zodat de kleuren zich kunnen mengen.
Met perga colors schilderen is voor velen de makkelijkste manier om het schilderen onder de knie te krijgen.
Ook voor de jeugd is het leuk om mee te werken.
Perga Colors zijn ook te gebruiken in combinatie met andere schildermaterialen.
De Paaskaart is uitgewerkt met perga colors en pinta perla wit. Hierdoor komt er een lichte glans op de werkstuk te liggen.
PINTURA / PINTA PERLA
Pintura en Pinta Perla zijn acrylverven op waterbasis, en waar diverse kleurvarianten in zijn. Ze kunnen tesamen gebruikt worden maar ook afzonderlijk, en ook in combinatie met andere schildermaterialen.
Pintura is een glanslak, en Pinta Perla is een glanslak met een parelmoereffect erin verwerkt.
In de meeste gevallen wordt er gewerkt met twee of drie kleuren tegelijk aan de penseel.
Als men na het schilderen het werk gaat ciseleren dan ziet men de kleur lichter worden, en dat er meer glans op komt, vooral bij de pinta perla gaat het parelmoereffect naar voren komen.
De 6 bovenstaande kaarten zijn uitgewerkt met diverse kleuren Pintura.
De 2 kaarten boven zijn uitgewerkt met Pinta Perla.
De kaart hieronder is een combinatie van Pintura met Tinta Pearl.
De kaart met de sneeuwman rechts is een combinatie van pintura met pinta perla
met Pintura kan ook getamponneerd worden. Hiervoor zijn tamponneer penselen nodig, waarmee
men gaat hameren (op en neer bewegen) op het perkamentpapier, om het voorbeeld te vullen.
2 kaarten onder zijn met de BOB ROSS techniek gedaan.
Tamponneren kan ook met tamponneermallen,
zie de 2 kaarten hierboven.
TINTA INKTEN
Tinta inkten worden gebruikt om werkstukken over te trekken, en zijn er in diverse kleuren. De inkten zijn waterig dun om mee te werken. Men kan er ook mee schilderen. Door met meerdere lagen te werken kan er diepte werking gemaakt worden. Dit noemen wij de Dresden Flower techniek. Tinta inkten zijn ook goed te combineren met Pintura , Pinta Perla en Perga Colors.
de kaart links is zonder dieptewerking geschilderd.
de 2 werkstukken rechts zijn ingekleurd met de pentechniek met Tinta inkt.
hier wordt niet met de penseel gewerkt maar met de omsteekpen, in verschillende laagjes over elkaar.
Een variant op Tinta is TINTA PASTEL, dit is een dikkere Tinta in pastelkleuren. Het is net als de Tinta wit een kalkachtige substansie wat goed geschut moet worden en waar de kogel in het potje moet worden los gemaakt van de bodem. Deze inkt moet je ook goed door elkaar roeren om een mooie kleur te krijgen. Deze pastel inkt kan heel goed in combinatie met de Tinta inkt en met de Perga Colors verwerkt worden, zie resultaat hieronder.
Nog een variant van Tinta is TINTA PEARL Deze inkt heeft een metallic uitstraling. Hier kunnen de werkstukken mee overgetrokken worden, maar er kan ook mee geschilderd worden. De inkten kunnen ook gemengd worden om andere kleuren te krijgen.
kaart links is uitgewerkt met Tinta inkt met de Perga Colors, met penseel nr. 2
PERGA LINERS
Perga Liners zijn aquarel potloden. In een doos zitten: A- potloden waarmee nat gewerkt kan worden, en B- potloden waarmee droog gewerkt kan worden.
de droge techniek wordt zonder penseel gedaan,
maar met het B- potlood. Er kan met diverse kleuren over elkaar heen gewerkt worden.
De natte techniek wordt met de B-potloden en de A- potloden gedaan.
met de B-potloden wordt een ondergrond aangebracht, wat uitpoetst moet worden met Dorso Olie.
daarna wordt met de natte penseel kleur van de A-potloden afgehaald, en aangebracht over de ondergrond van het B-potlood. Hier kan ook met diverse kleuren over elkaar gewerkt worden.
Het resultaat is heel zacht van kleur met een wat doffe uitstraling. Door met een papieren zakdoekje over het werk te gaan als het klaar is, kan er wat glans op het werk komen.
Enveloppe rechts uitgewerkt met lupers en Tinta Pearl.
3 kaarten hierboven uitgewerkt met de natte aquareltechniek,
randen zijn met lupers en easy grid gemaakt.
2 kaarten uitgewerkt met de droge aquareltechniek.
VEEGTECHNIEK
Dit is een techniek die met krijtjes, sjablonen en een vochtige vinger wordt gedaan en is heel geschikt voor in een beginnerscursus om al snel resultaat te zien.
Op de verpakking van de sjablonen staat hoe men te werk moet gaan, volgens de nummering. De sjablonen plakken op het perkamentpapier, zodat er goed mee gewerkt kan worden, en ze niet kunnen verschuiven.
Uit de sjablonen zijn figuurtjes gehaald, zodat het krijt daarin geveegt kan worden, met een vochtige vinger.
De sjablonen zijn ook voorzien van hoeken, waarmee randjes gemaakt kunnen worden door te ciseleren i.p.v. te vegen. zie rose kaart.
Twee door mij uitgewerkte docenten patronen.